Uniformiteit? innoveren of conformeren

Wat als we zouden stoppen met toetsen; deel 3. Dit is mijn laatst blog uit een serie van 3. Alle drie dus over het afschaffen van toetsen. Ik ga in dit bericht verder in op de (positieve & negatieve) gevolgen van stoppen met toetsen.

Wat als we zouden stoppen met toetsen; deel 3

Innoveren of conformeren. De titel van een column van Rens van der Vorst die ik begin januari las. Beter goed gejat dan slecht bedacht zullen we maar zeggen. Ik kon namelijk niet anders dan deze titel gebruiken voor het laatste deel van mijn blog over het stoppen met toetsen. Volgens mij slaat dit namelijk precies de spijker op zijn kop. Gaan we innoveren of conformeren? Wel heb ik nog de term ‘uniformiteit’ toegevoegd omdat hier vaak naar wordt verwezen door critici. We zullen toch naar uniformiteit moeten streven, anders weten we niet hoe iemand ervoor staat of wat we kunnen verwachten in de toekomst.

Mijn mening is na deze drie blogs duidelijk geworden. Durf van deze achterhaalde en ouderwetse uniformiteit af te stappen en kijk naar ieders unieke kenmerken en kwaliteiten. Laten we het onderwijs en daarmee onze maatschappij versterken.

Perspectief van de orthopedagoog

Mijn achtergrond als orthopedagoog / gedragsdeskundige had ik nog niet aan bod laten komen dus dat leek me interessant om mee te beginnen. Diagnostiek is puur gebaseerd op testen en vasthouden aan een norm. Hierdoor kunnen zaken worden vastgesteld als ontwikkelings- leer- of gedragsstoornissen. Dit wordt vaak aan de hand van de DSM-V gedaan. Een middel om aan de hand van indicatoren vast te stellen of er sprake is van een diagnose.

Is het dan hypocriet om wel aan diagnostische instrumenten vast te houden in de psychologie maar tegelijkertijd te streven naar een onderwijswereld zonder toetsen? Ik denk van niet en zie het (net als in de medische wereld) als noodzakelijk dat er diagnoses gesteld kunnen worden. Wel zou ik ook de wereld van de psychologie en orthopedagogiek absoluut willen verruimen door vaker breed leefstijlonderzoek te doen in plaats van puur en alleen testen en vaststellen.

Perspectief van het samenwerkingsverband

Wat zou stoppen met toetsen betekenen voor het samenwerkingsverband. Sinds het invoeren van passend onderwijs in 2014 zijn de regionale samenwerkingsverbanden voornamelijk verantwoordelijk voor kwaliteitsonderwijs en het vormgeven van passende plekken voor ieder kind. Helaas blijkt dit een onmogelijke klus waardoor ongeveer 15.000 kinderen in Nederland geen onderwijs volgen.

In eerste instantie lijkt het misschien dat het méér werk gaat opleveren. Want ook voor het vormen van kwaliteit, wordt graag vastgehouden aan normen en ondergrenzen zodat er geen ‘grijs gebied’ ontstaat. Echter ben ik ervan overtuigd dat het vormgeven van een andere manier van leerstof overbrengen, gaat zorgen voor gericht. Hierdoor zullen er significant minder kinderen tussen wal en schip vallen.

De nadruk leggen op leren leven in plaats van leren leren.

Het ministerie van onderwijs

Nóg een verwijzing naar een item van Arjen Lubach, ja want ook hier wordt weer een goed punt gemaakt. Het komt uit 2016 maar is helaas nog steeds actueel. Onderwijsvernieuwing vanuit de politiek pakt uit in de ‘open deuren top 50’. Examens moeten de onderwijsinhoud weerspiegelen, leerlingen moeten vaardig zijn in digitaal werken en moeten zich kunnen ontwikkelen tot aardige, vaardige en waardige mensen. En wat verandert er dus? Vrij weinig. Nou moet verandering geen doel op zich zijn maar laten we progressie wel omarmen.

Dat we nog maar aan het begin van de digitale ontwikkelingen staan klopt, maar waarom is robotica nog geen keuzevak op het voortgezet onderwijs of leren we kinderen nog niet standaard programmeren? Daar is 1 antwoord op: vanwege het vaste examineringspakket. Dit beperkt de ruimte voor nieuwe ontwikkelingen. Het punt wat ik wil maken is dat wanneer een overheid echt tot onderwijsvernieuwing wil komen, de vastgeroeste patronen rondom diploma’s en examens definitief overboord moeten.

Gelukkig is er licht aan het einde van de tunnel als het gaat om politiek en onderwijsvernieuwing en wel in het onderwijs verkiezingsprogramma van D66. Nederland heeft de mogelijkheid om een van de meest vooruitstrevende landen te worden als het gaat om onderwijs. Ik geloof dat D66 dit gaat bereiken. Wanneer je het hiermee eens bent, kies er dan voor om op 15, 16 of 17 maart D66 te stemmen.

Medestanders

Hoe meer ik me vastbijt in dit onderwerp, hoe meer medestanders ik ontdek. Zo las ik dit artikel geschreven door pedagoog Marcel van Herpen. Marcel snijdt de actualiteit aan met ‘de onderwijsachterstand’ die vele kinderen zouden oplopen vanwege de huidige coronapandemie. Hij schrijft hierover: “Het gemak waarmee over leerachterstanden wordt gesproken, leidt zelden tot tegenvragen. Achterstand bijvoorbeeld, ten opzichte van wie of wat? En wat als je kinderen met zichzelf vergelijkt? Voor wie of wat is de vergelijking en de selectie dienend? En wat als de resultaten ‘op orde’ zijn, maar kinderen daarbij wel het plezier in leren verloren zijn?”

Eerder schreef ik al over de petitie van Fleur de Veth over het afschaffen van het centraal examen. Recent schreef zij een opiniestuk voor Trouw waarin ze haar visie nogmaals benadrukt maar ook reageert op critici.

Natuurlijk is het vanzelfsprekend dat dit zich vormt in mijn ‘bubbel’. Toch wil ik me hier niet blind op staren en sta ik juist open voor een andere visie of kritiek zodat er gesprekken en debatten kunnen ontstaan.

Critici

Natuurlijk zijn er ook critici en dat is maar goed ook. Het houdt ons scherp en laat ons nadenken over zaken waar we misschien nog niet bij stil hadden gestaan. Het is belangrijk om naar elkaars standpunten te blijven luisteren, proberen te begrijpen waar de ander vandaan komt en een uiteindelijke mening te vormen. Dat gaat niet om strijd voeren of alles proberen te ontkrachten. Jezelf openstellen voor nieuwe informatie, blijven leren en ontwikkelen hoort bij de basis van educatie.

Omdat mijn eigen bubbel dus voornamelijk bestaat uit medestanders heb ik geprobeerd om de laatste tijd toch wat tegenstanders te vinden. Dit is een groep die zich voornamelijk vasthoudt aan ‘meten is weten’.

Objectieve grensnorm

Om te meten moet ergens een gemiddelde genomen worden wat we voortaan hanteren als norm.

Ik vergelijk het hier even met de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid vitamines. Dit is ook gebaseerd op de massa. Voor de gemiddelde mens zal het niet nodig zijn om extra vitamine D te slikken en dan functioneer je nog steeds prima. Maar is prima ook optimaal? Wanneer je specifieker kijkt naar unieke genetische- en omgevingskenmerken kun je afstappen van de ADH en het optimale volume aan de juiste vitamines binnenkrijgen.

Als ik bovenstaande naar onderwijs vertaal dan zie ik de ADH als de examineringsgrens. Voor het gros van de leerlingen is dit een haalbare grens en dan kunnen we ook nog wat verdelen op niveau, zodat het nog wat meer gericht is op het maximale potentieel van de leerling. Maar hoeveel leerlingen doen we hiermee te kort? Hoeveel leerlingen zouden, wanneer er echt gekeken wordt naar zijn unieke kenmerken, eigenschappen, vaardigheden en talenten juist kunnen floreren? Dat wordt beperkt in de vorm van de objectieve grensnorm.

Verschil rijk/arm

Opvallend is dat door critici vaak wordt verondersteld dat door afschaffing van toetsen / examens het verschil tussen rijk en arm groter wordt doordat ouders die het kunnen betalen uitwijken naar dure particuliere scholen of het buitenland waar examinering nog wel mogelijk is.

Ik vind het lastig om hier een voorspelling over te doen. Ik geloof wel dat er een bepaalde groep is die dit zal doen. Er zullen altijd meer prestatie gedreven mensen zijn waarvoor status hangt aan een diploma op een voorname school.

Verschuilt hierin niet een gebrek aan vertrouwen in je eigen kind?

Kwaliteitsverlies

Centrale examens en standaarden zouden kwaliteit garanderen. Het lees- en rekenniveau van kinderen is juist gekelderd in de afgelopen 20 jaar. Dus wanneer is een examineringsprogramma geslaagd? Als het merendeel het examen maar haalt. En anders leggen we de grens net wat lager, dan is het slagingspercentage in ieder geval nog toereikend.

Kwaliteit is subjectief. We hebben zelf bepaald wat kwaliteitsonderwijs zou inhouden. Wanneer we dit evalueren en herzien, betekent dit toch een nieuwe zienswijze van kwaliteit en niet verlies van kwaliteit? De nadruk komt slechts ergens anders te liggen.

Het garandeert kwaliteit, motiveert mensen en vervult ze van trots. Afschaffing leidt tot kwaliteitsverlies en een vlucht naar het buitenland iedereen die dat kan betalen. Weg gelijke kansen.

Met dit bericht sluit ik het drie-luik over het afschaffen van toetsen af. Natuurlijk ben ik nog niet klaar met dit thema en praat ik graag verder over onderwijsvernieuwing. Binnenkort sluit ik aan bij een meet-up van de documentaire serie Klassen en ben ik verder met veel interessante mensen in gesprek over drastische systeemverandering in de jeugdzorg & onderwijs.

Neem gerust contact op als je ook een keer in gesprek wil, een interessant contact of initiatief wil aandragen.

Related Articles

Post a comment

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *